2 Koningen 25:26

26 Toen maakte zich al het volk op, van de minste tot den meeste, en de oversten der heiren, en kwamen in Egypte; want zij vreesden voor de Chaldeen.

2 Koningen 25:26 Meaning and Commentary

2 Kings 25:26

And all the people, both small and great
High and low, rich and poor, among whom were the king's daughters, committed to the care of Gedaliah, and also the prophets Jeremiah and Baruch, see ( Jeremiah 41:16 ) ( 43:6 )

and the captains of the armies rose, and came to Egypt;
contrary to the express command of God; these were Johanan, and the captain of the forces with him, ( Jeremiah 43:4 Jeremiah 43:5 )

for they were afraid of the Chaldees;
lest they should come and avenge the death of Gedaliah, appointed governor of Judea, see ( Jeremiah 41:17 ) ( 43:3 ) .

2 Koningen 25:26 In-Context

24 En Gedalia zwoer hun en hun mannen, en zeide tot hen: Vreest niet van te zijn knechten der Chaldeen, blijft in het land, en dient den koning van Babel, zo zal het u wel gaan.
25 Maar het geschiedde in de zevende maand, dat Ismael, de zoon van Nethanja, den zoon van Elisama, van koninklijk zaad, kwam, en tien mannen met hem; en zij sloegen Gedalia, dat hij stierf; mitsgaders de Joden en de Chaldeen, die met hem te Mizpa waren.
26 Toen maakte zich al het volk op, van de minste tot den meeste, en de oversten der heiren, en kwamen in Egypte; want zij vreesden voor de Chaldeen.
27 Het geschiedde daarna in het zeven en dertigste jaar der wegvoering van Jojachin, den koning van Juda, in de twaalfde maand, op den zeven en twintigsten der maand, dat Evilmerodach, de koning van Babel, in het jaar, als hij koning werd, het hoofd van Jojachin, den koning van Juda, uit het gevangenhuis, verhief.
28 En hij sprak vriendelijk met hem, en stelde zijn stoel boven den stoel der koningen, die bij hem te Babel waren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.