2 Koningen 3:11

11 En Josafat zeide: Is hier geen profeet des HEEREN, dat wij door hem den HEERE mochten vragen? Toen antwoordde een van de knechten des konings van Israel, en zeide: Hier is Elisa, de zoon van Safat, die water op Elia's handen goot.

2 Koningen 3:11 Meaning and Commentary

2 Kings 3:11

But Jehoshaphat said, is there not here a prophet of the Lord,
that we may inquire of the Lord by him?
&c.] This the good king should have done before be set out, but had neglected it; however, it was not too late:

and one of the king of Israel's servants answered and said;
who might be one that feared the Lord, and was intimate with Elisha, or however had knowledge of him, as appears by what follows:

here is Elisha the son of Shaphat, which poured water on the hands of
Elijah;
or ministered to him, as the Targum; was his menial servant, waited on him, and assisted him when he washed his hands F7; some Jewish writers understand it of his pouring water on the hand of Elijah at Carmel, when the altar and trench were filled with it, and when a miracle was wrought, as they fancy, and the fingers of Elijah became as fountains of water.


FOOTNOTES:

F7 See the like phrase of the business of a servant in Homer, Iliad. 3. ver. 270, & Iliad. 9. ver. 174. Odyss. 1. ver. 147. & Odyss. 3. ver. 388. & Odyss. 4. ver. 258, 261. & passim.

2 Koningen 3:11 In-Context

9 Alzo toog de koning van Israel heen, en de koning van Juda, en de koning van Edom; en als zij zeven dagreizen omgetogen waren, zo had het leger en het vee, dat hen navolgde, geen water.
10 Toen zeide de koning van Israel: Ach, dat de HEERE deze drie koningen geroepen heeft, om die in der Moabieten hand te geven!
11 En Josafat zeide: Is hier geen profeet des HEEREN, dat wij door hem den HEERE mochten vragen? Toen antwoordde een van de knechten des konings van Israel, en zeide: Hier is Elisa, de zoon van Safat, die water op Elia's handen goot.
12 En Josafat zeide: Des HEEREN woord is bij hem. Zo togen tot hem af de koning van Israel, en Josafat, en de koning van Edom.
13 Maar Elisa zeide tot den koning van Israel: Wat heb ik met u te doen? Ga heen tot de profeten uws vaders, en tot de profeten uwer moeder. Doch de koning van Israel zeide tot hem: Neen, want de HEERE heeft deze drie koningen geroepen, om die in der Moabieten hand te geven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.