2 Koningen 3:23

23 En zij zeiden: Dit is bloed; de koningen hebben voorzeker zich met het zwaard verdorven, en hebben de een de ander verslagen; nu dan aan den buit, gij Moabieten!

2 Koningen 3:23 Meaning and Commentary

2 Kings 3:23

And they said, this is blood
They were very confident of it, having no notion of water, there having been no rain for some time; and perhaps it was not usual to see water at any time in this place:

the kings are surely slain;
they and their forces:

and they have smitten one another;
having quarrelled either about their religion, or about want of water, and the distress they were come into through it, laying the blame of their coming out to war, or of their coming that way, on one another; and the Moabites might rather think something of this kind had happened, from what had lately been done among themselves, and their allies, ( 2 Chronicles 20:23 )

now therefore, Moab, to the spoil;
having no occasion to fight, or prepare for it; all they had to do was to march directly to the enemy's camp, and plunder it.

2 Koningen 3:23 In-Context

21 Toen nu al de Moabieten hoorden, dat koningen opgetogen waren, om tegen hen te strijden, zo werden zij samen geroepen, van al degenen af, die den gordel aangordden en daarboven, en zij stonden aan de landpale.

22 En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, en de zon over dat water oprees, zagen de Moabieten dat water tegenover rood, gelijk bloed.

23 En zij zeiden: Dit is bloed; de koningen hebben voorzeker zich met het zwaard verdorven, en hebben de een de ander verslagen; nu dan aan den buit, gij Moabieten!

24 Maar als zij aan het leger van Israel kwamen, maakten zich de Israelieten op, en sloegen de Moabieten; en zij vloden van hun aangezicht; ja, zij kwamen in het land, slaande ook de Moabieten.

25 De steden nu braken zij af, en een iegelijk wierp zijn steen op alle goede stukken lands, en zij vulden ze, en stopten alle waterfonteinen, en velden alle goede bomen, totdat zij in Kir-hareseth alleen de stenen daarvan lieten overblijven; en de slingeraars omsingelden en sloegen hen.