2 Kronieken 13:4

4 En Abia maakte zich op van boven den berg Zemaraim, dewelke is in het gebergte van Efraim; en hij zeide: Hoort mij toe, Jerobeam, en gans Israel!

2 Kronieken 13:4 Meaning and Commentary

2 Chronicles 13:4

And Abijah stood upon Mount Zemaraim, which is in Mount
Ephraim
Which might have its name from a city of Benjamin of this name, to which it was near, though within the borders of Ephraim, ( Joshua 18:22 ) formerly inhabited by the Zemarites, from whence it might have its name, ( Genesis 10:18 ) here Abijah stood, that he might be the better heard by the armies pitched in the valley; and very probably he desired a parley, and it was granted, otherwise he would not have been safe in the position in which he was;

and said, hear me, thou Jeroboam, and all Israel;
as many as were now gathered together, and which were a great number.

2 Kronieken 13:4 In-Context

2 Hij regeerde drie jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Michaja, de dochter van Uriel, van Gibea; en er was krijg tussen Abia en tussen Jerobeam.
3 En Abia bond den strijd aan met een heir van strijdbare helden, vierhonderd duizend uitgelezen mannen; en Jerobeam stelde tegen hem de slagorde, met achthonderd duizend uitgelezen mannen, kloeke helden.
4 En Abia maakte zich op van boven den berg Zemaraim, dewelke is in het gebergte van Efraim; en hij zeide: Hoort mij toe, Jerobeam, en gans Israel!
5 Staat het u niet toe te weten, dat de HEERE, de God Israels, het koninkrijk over Israel aan David gegeven heeft, tot in eeuwigheid, hem en zijn zonen, met een zoutverbond?
6 Evenwel is Jerobeam, de zoon van Nebat, de knecht van Salomo, den zoon van David, opgestaan, en heeft gerebelleerd tegen zijn heer.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.