2 Kronieken 14:13

13 Asa nu en het volk, dat met hem was, jaagden hen na tot Gerar toe; en zo velen vielen er van de Moren, dat er voor hen geen hervatting was; want zij waren verbroken voor den HEERE en voor Zijn leger; en zij droegen zeer veel roofs daarvan.

2 Kronieken 14:13 Meaning and Commentary

2 Chronicles 14:13

And Asa, and the people that [were] with him, pursued them
unto Gerar
A city of the Philistines, ( Genesis 20:1 ) ,

and the Ethiopians were overthrown, that they could not recover
themselves;
they were thrown into such a fright, and into so much confusion, that they could not put themselves in order, and rally again; or there fell such a vast number of them, that there were scarce any remaining alive, which seems to be the sense of the words used:

for they were destroyed before the Lord, and before his host;
the army of Israel, which the Lord was, as it were, the Commander of, fought for, and led them in the pursuit, and gave them victory; or it may mean an host of angels, employed in destroying this great army; and so the Syriac and Arabic versions of ( 2 Chronicles 14:12 ) read,

``the angel of the Lord smote the Ethiopians:''

and they carried away very much spoil;
which they found in their camp, and with their slain; even much gold and silver, as Josephus F7 says.


FOOTNOTES:

F7 Ut supra, (Antiq. l. 8. c. 12.) sect. 2.

2 Kronieken 14:13 In-Context

11 En Asa riep tot den HEERE, zijn God, en zeide: HEERE, het is niets bij U, te helpen hetzij den machtige, hetzij den krachteloze; help ons, o HEERE, onze God! Want wij steunen op U, en in Uw Naam zijn wij gekomen tegen deze menigte; o HEERE! Gij zijt onze God; laat den sterfelijken mens tegen U niets vermogen.
12 En de HEERE plaagde de Moren voor Asa en voor Juda; en de Moren vloden.
13 Asa nu en het volk, dat met hem was, jaagden hen na tot Gerar toe; en zo velen vielen er van de Moren, dat er voor hen geen hervatting was; want zij waren verbroken voor den HEERE en voor Zijn leger; en zij droegen zeer veel roofs daarvan.
14 En zij sloegen alle steden rondom Gerar; want de verschrikking des HEEREN was over hen; en zij beroofden al de steden, omdat veel roofs in dezelve was.
15 En zij sloegen ook de tenten van het vee, en voerden weg schapen in menigte, en kemelen; en kwamen weder te Jeruzalem.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.