2 Kronieken 20:10

10 En nu, zie de kinderen Ammons, en Moab, en die van het gebergte Seir, door dewelken Gij Israel niet toeliet te trekken, als zij uit Egypteland togen, maar zij weken van hen, en verdelgden hen niet;

2 Kronieken 20:10 Meaning and Commentary

2 Chronicles 20:10

And now, behold, the children of Ammon, and Moab, and Mount
Seir, whom thou wouldest not let Israel invade, when they came out of
the land of Egypt
Charging them not to meddle with them, nor take any of their lands from them, ( Deuteronomy 2:5 Deuteronomy 2:9 Deuteronomy 2:19 ) , but they turned from them, and destroyed them not;
in obedience to the divine command, when it was in their power to have done it.

2 Kronieken 20:10 In-Context

8 Zij nu hebben daarin gewoond, en zij hebben U daarin een heiligdom gebouwd voor Uw Naam, zeggende:
9 Indien over ons enig kwaad komt, het zwaard des oordeels, of pestilentie, of honger, wij zullen voor dit huis, en voor Uw aangezicht staan, dewijl Uw Naam in dit huis is; en wij zullen uit onze benauwdheid tot U roepen, en Gij zult verhoren en verlossen.
10 En nu, zie de kinderen Ammons, en Moab, en die van het gebergte Seir, door dewelken Gij Israel niet toeliet te trekken, als zij uit Egypteland togen, maar zij weken van hen, en verdelgden hen niet;
11 Zie dan, zij vergelden het ons, komende om ons uit Uw erve, die Gij ons te erven gegeven hebt, te verdrijven.
12 O, onze God, zult Gij geen recht tegen hen oefenen? want in ons is geen kracht tegen deze grote menigte, die tegen ons komt, en wij weten niet, wat wij doen zullen; maar onze ogen zijn op U.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.