2 Kronieken 24:7

7 Want als Athalia goddelooslijk handelde, hadden haar zonen het huis Gods opengebroken, ja, zelfs alle geheiligde dingen van het huis des HEEREN besteed aan de Baals.

2 Kronieken 24:7 Meaning and Commentary

2 Chronicles 24:7

For the sons of Athaliah, that wicked woman
Not Ahaziah and his brethren, in the lifetime of Jehoram, but sons of Athaliah by another man, as Kimchi suggests:

had broken up the house of God;
not that they had made ruptures in it, or broke down the walls of it, but had defaced it by taking off the gold and silver upon it:

and also all the dedicated things of the house of the Lord did they
bestow upon Baalim;
not strictly all, but a great many of them, as this word in many instances is used, as Kimchi observes, and with them furnished, beautified, and adorned the temple of Baal.

2 Kronieken 24:7 In-Context

5 Zo vergaderde hij de priesteren en de Levieten, en zeide tot hen: Trekt uit tot de steden van Juda, en vergadert geld van het ganse Israel, om het huis uws Gods te beteren van jaar tot jaar; en gijlieden, haast tot deze zaak; maar de Levieten haastten niet.
6 En de koning riep Jojada, het hoofd, en zeide tot hem: Waarom hebt gij geen onderzoek gedaan bij de Levieten, dat zij uit Juda en uit Jeruzalem inbrengen zouden de schatting van Mozes, den knecht des HEEREN, en van de gemeente van Israel, voor de tent der getuigenis?
7 Want als Athalia goddelooslijk handelde, hadden haar zonen het huis Gods opengebroken, ja, zelfs alle geheiligde dingen van het huis des HEEREN besteed aan de Baals.
8 En de koning gebood, en zij maakten een kist, en stelden die buiten aan de poort van het huis des HEEREN.
9 En men deed uitroeping in Juda en in Jeruzalem, dat men den HEERE inbrengen zou de schatting van Mozes, den knecht Gods, over Israel in de woestijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.