2 Kronieken 32:21

21 En de HEERE zond een engel, die alle strijdbare helden, en vorsten, en oversten in het leger des konings van Assyrie verdelgde. Zo is hij met schaamte des aangezichts in zijn land wedergekeerd; en als hij in het huis zijns gods ingegaan was, zo velden hem daar met het zwaard, die uit zijn lijf voortgekomen waren.

2 Kronieken 32:21 Meaning and Commentary

2 Chronicles 32:21

And the Lord sent an angel
The Targum is,

``the Word of the Lord sent Gabriel;''

Josephus F1 takes this angel, or messenger sent of God, to be the pestilence; and others suppose it to be a hot pestilential wind, common in the eastern countries, called "Samiel", or the poison wind, by which multitudes are sometimes destroyed at once; of which Thevenot and other travellers make mention, (See Gill on Job 27:21), (See Gill on Psalms 91:6), but be it as it may, it was sent of God, was under his direction, and by his power and providence did the execution according to his prediction:

which cut off all the mighty men of valour, and the leaders and
captains in the camp of the king of Assyria;
the generals and officers of his army, with the common soldiers, to the number of 185,000, ( Isaiah 36:1 ) , among these, no doubt, were the three generals sent with railing letters to Hezekiah, particularly Rabshakeh, (See Gill on Isaiah 37:36)

so he returned with shame of face to his own land;
Assyria, particularly to Nineveh, the metropolis of it, ( Isaiah 37:37 )

and when he was come into the house of his god;
the temple of his idol, whose name was Nisroch:

they that came forth of his own bowels slew him there with the sword;
his sons Adrammelech and Sharezer, ( Isaiah 37:38 ) .


FOOTNOTES:

F1 Antiqu. l. 10. c. 1. sect. 5.

2 Kronieken 32:21 In-Context

19 En zij spraken van den God van Jeruzalem, als van de goden der volkeren der aarde, een werk van mensenhanden.
20 Maar de koning Jehizkia en de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, baden daartegen, en zij riepen naar den hemel.
21 En de HEERE zond een engel, die alle strijdbare helden, en vorsten, en oversten in het leger des konings van Assyrie verdelgde. Zo is hij met schaamte des aangezichts in zijn land wedergekeerd; en als hij in het huis zijns gods ingegaan was, zo velden hem daar met het zwaard, die uit zijn lijf voortgekomen waren.
22 Alzo verloste de HEERE Jehizkia en de inwoners van Jeruzalem, uit de hand van Sanherib, den koning van Assyrie, en uit de hand van allen; en Hij geleidde hen rondom heen.
23 En velen brachten geschenken tot den HEERE te Jeruzalem, en kostelijkheden tot Jehizkia, den koning van Juda, zodat hij daarna voor de ogen van alle heidenen verheven werd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.