2 Samuël 13:35

35 Toen zeide Jonadab tot den koning: Zie, de zonen des konings komen; naar het woord uws knechts, alzo is het geschied.

2 Samuël 13:35 Meaning and Commentary

2 Samuel 13:35

And Jonadab said to the king, behold, the king's sons come,
&c.] For as they came nearer, it was plainly discovered that they were the king's sons, seen on the side of the hill:

as thy servant said, so it is;
he seems to applaud himself, and exult at his penetration and foresight.

2 Samuël 13:35 In-Context

33 Zo neme nu mijn heer de koning de zaak niet in zijn hart, denkende: al des konings zonen zijn dood; want Amnon alleen is dood.
34 Absalom nu vluchtte; en de jongen, die de wacht hield, hief zijn ogen op, en zag toe, en ziet, er kwam veel volks van den weg achter hem, aan de zijde van het gebergte.
35 Toen zeide Jonadab tot den koning: Zie, de zonen des konings komen; naar het woord uws knechts, alzo is het geschied.
36 En het geschiedde, als hij geeindigd had te spreken, ziet, zo kwamen de zonen des konings, en hieven hun stemmen op en weenden; en de koning ook en al zijn knechten weenden met een zeer groot geween.
37 (Absalom dan vluchtte, en toog tot Thalmai, den zoon van Ammihur, koning van Gesur.) En hij droeg rouw over zijn zoon, al die dagen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.