2 Samuël 13:38

38 Alzo vluchtte Absalom, en toog naar Gesur; en hij was aldaar drie jaren.

2 Samuël 13:38 Meaning and Commentary

2 Samuel 13:38

So Absalom fled
This is the third time it is mentioned, and the reason of it here Abarbinel thinks is, that when he first fled to his grandfather, he used to stand openly in the court of his palace, and go with him wherever he went from place to place; but when he understood that his father mourned so for the death of Amnon, he was afraid he would send some person to lay hold on him, and take vengeance on him; and therefore he would go no more with the king from place to place, but went and abode in Geshur always, which was a fortified city, as it follows:

and went to Geshur, and was there three years:
and never went out of it, until he was fetched by Joab, as ( 2 Samuel 14:23 ) relates; nor is there anything in ( 2 Samuel 13:37 2 Samuel 13:38 ) disturbed and mutilated, as Spinosa ^F18 intimates, but the whole is very expressive and emphatic.

---

FOOTNOTES:

F18 Tractat. Theolog. Politic. c. 9. p. 176.

2 Samuël 13:38 In-Context

36 En het geschiedde, als hij geeindigd had te spreken, ziet, zo kwamen de zonen des konings, en hieven hun stemmen op en weenden; en de koning ook en al zijn knechten weenden met een zeer groot geween.

37 (Absalom dan vluchtte, en toog tot Thalmai, den zoon van Ammihur, koning van Gesur.) En hij droeg rouw over zijn zoon, al die dagen.

38 Alzo vluchtte Absalom, en toog naar Gesur; en hij was aldaar drie jaren.

39 Toen verlangde de ziel van den koning David zeer om naar Absalom uit te trekken; want hij had zich getroost over Amnon, dat hij dood was.