2 Samuël 18:19

19 Toen zeide Ahimaaz, Zadoks zoon: Laat mij toch heenlopen, en den koning boodschappen, dat de HEERE hem recht gedaan heeft van de hand zijner vijanden.

2 Samuël 18:19 Meaning and Commentary

2 Samuel 18:19

Then said Ahimaaz the son of Zadok
To Joab; for it seems he stayed with the army when he with Jonathan brought the message from Hushai to David:

let me now run, and bear the king tidings how that the Lord hath
avenged him on his enemies;
which he thought would be very acceptable to hear of as soon as possible; and to be a messenger with tidings of a victory, as it was honourable, so likewise profitable then as now; though perhaps Ahimaaz might have no respect to the reward, as indeed none could be expected, since the death of Absalom would be so disagreeable to the king; but was desirous of it, that the king might be acquainted with the event of the battle as soon as might be.

2 Samuël 18:19 In-Context

17 En zij namen Absalom, en wierpen hem in het woud, in een groten kuil, en stelden op hem een zeer groten steenhoop; en gans Israel vluchtte, een iegelijk naar zijn tent.
18 Absalom nu had genomen, en in zijn leven voor zich opgericht een pilaar, die in het koningsdal is; want hij zeide: Ik heb geen zoon, om aan mijn naam te doen gedenken; en hij had dien pilaar genoemd naar zijn naam; daarom wordt hij tot op dezen dag genoemd: Absaloms hand.
19 Toen zeide Ahimaaz, Zadoks zoon: Laat mij toch heenlopen, en den koning boodschappen, dat de HEERE hem recht gedaan heeft van de hand zijner vijanden.
20 Maar Joab zeide tot hem: Gij zult dezen dag geen boodschapper zijn, maar op een anderen dag zult gij boodschappen; dezen dag nu zult gij niet boodschappen, daarom dat des konings zoon dood is.
21 En Joab zeide tot Cuschi: Ga heen, en zeg den koning aan, wat gij gezien hebt; en Cuschi boog zich voor Joab, en liep heen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.