2 Samuël 18:4

4 Toen zeide de koning tot hen: Ik zal doen, wat goed is in uw ogen. De koning nu stond aan de zijde van de poort, en al het volk trok uit bij honderden en bij duizenden.

2 Samuël 18:4 Meaning and Commentary

2 Samuel 18:4

And the king said unto them, what seemeth you best I will do,
&c.] Which was an instance of great condescension in him; and it was his wisdom and prudence to yield to them at such a time as this, and especially as their sentiments were founded on affection and loyalty to him:

and the king stood by the gate side;
of the city of Mahanaim:

and all the people came out by hundreds, and by thousands;
and passed by him, to whom no doubt he gave his blessing and best wishes; and, as Abarbinel thinks, now it was he composed and said the twentieth psalm, "The Lord hear thee in the day of trouble" ( Psalms 20:1-9 ) .

2 Samuël 18:4 In-Context

2 Voorts zond David het volk uit, een derde deel onder de hand van Joab, en een derde deel onder de hand van Abisai, den zoon van Zeruja, Joabs broeder, en een derde deel onder de hand van Ithai, den Gethiet. En de koning zeide tot het volk: Ik zal ook zelf zekerlijk met ulieden uittrekken.

3 Maar het volk zeide: Gij zult niet uittrekken; want of wij te enen male vloden, zij zullen het hart op ons niet stellen; ja, of de helft van ons stierf, zij zullen het hart op ons niet stellen; maar gij zijt nu als tien duizend onzer. Zo zal het nu beter zijn, dat gij ons uit de stad ter hulpe zijt.

4 Toen zeide de koning tot hen: Ik zal doen, wat goed is in uw ogen. De koning nu stond aan de zijde van de poort, en al het volk trok uit bij honderden en bij duizenden.

5 En de koning gebood Joab, en Abisai, en Ithai, zeggende: Handelt mij zachtkens met den jongeling, met Absalom. En al het volk hoorde het, als de koning aan al de oversten van Absaloms zaak gebood.

6 Alzo toog het volk uit in het veld, Israel tegemoet, en de strijd geschiedde bij Efraims woud.