2 Samuël 19:34

34 Maar Barzillai zeide tot den koning: Hoe veel zullen de dagen der jaren mijns levens zijn, dat ik met den koning zou optrekken naar Jeruzalem?

2 Samuël 19:34 Meaning and Commentary

2 Samuel 19:34

And Barzillai said unto the king
In answer to the grateful proposal he made:

how long have I to live;
that could not be said with exactness by any; but it might be probably conjectured from the age he was of, and the infirmities that attended him, that he could not live long; it was but a short time he had to be in the world:

that I should go up with the king to Jerusalem?
take so long a journey as that, seeing he might die before he got thither; and if he did not, since it could not be thought he should live long, he could not think of it, or judge it advisable at such an age to take such a journey, change his place of abode, and manner of living.

2 Samuël 19:34 In-Context

32 Barzillai nu was zeer oud, een man van tachtig jaren; en hij had den koning onderhouden, toen hij te Mahanaim zijn verblijf had; want hij was een zeer groot man.
33 En de koning zeide tot Barzillai: Trekt gij met mij over, en ik zal u bij mij te Jeruzalem onderhouden.
34 Maar Barzillai zeide tot den koning: Hoe veel zullen de dagen der jaren mijns levens zijn, dat ik met den koning zou optrekken naar Jeruzalem?
35 Ik ben heden tachtig jaren oud; zou ik kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad? Zou uw knecht kunnen smaken, wat ik eet en wat ik drink? Zoude ik meer kunnen horen naar de stem der zangers en zangeressen? En waarom zou uw knecht mijn heer den koning verder tot een last zijn?
36 Uw knecht zal maar een weinig met den koning over de Jordaan gaan; waarom toch zou mij de koning zulk een vergelding doen?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.