2 Samuël 2:11

11 Het getal nu der dagen, die David koning geweest is te Hebron, over het huis van Juda, is zeven jaren en zes maanden.

2 Samuël 2:11 Meaning and Commentary

2 Samuel 2:11

And the time that David was king in Hebron over the house of
Judah
And over them only,

was seven years and six months;
to which being added thirty three years he reigned over all Israel in Jerusalem, made forty years and six months; and which, for the roundness of the number, is usually called forty years. See ( 2 Samuel 5:4 ) ( 1 Kings 2:11 ) .

2 Samuël 2:11 In-Context

9 En maakte hem ten koning over Gilead, en over de Aschurieten, en over Jizreel, en over Efraim, en over Benjamin, en over gans Israel.
10 Veertig jaren was Isboseth, Sauls zoon, oud, als hij koning werd over Israel; en hij regeerde het tweede jaar; alleenlijk die van het huis van Juda volgden David na.
11 Het getal nu der dagen, die David koning geweest is te Hebron, over het huis van Juda, is zeven jaren en zes maanden.
12 Toen toog Abner, de zoon van Ner, uit, met de knechten van Isboseth, den zoon van Saul, van Mahanaim naar Gibeon.
13 Joab, de zoon van Zeruja, en de knechten van David, togen ook uit; en zij ontmoetten elkander bij den vijver van Gibeon; en zij bleven, deze aan deze zijde des vijvers, en die aan gene zijde des vijvers.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.