2 Samuël 20:22

22 En de vrouw kwam in tot al het volk, met haar wijsheid; en zij hieuwen Seba, den zoon van Bichri, het hoofd af, en wierpen het tot Joab. Toen blies hij met de bazuin, en zij verstrooiden zich van de stad, een iegelijk naar zijn tenten; en Joab keerde weder naar Jeruzalem tot den koning.

2 Samuël 20:22 Meaning and Commentary

2 Samuel 20:22

Then the woman went unto all the people in her wisdom
Went from the wall of the city into it, and convened the principal inhabitants together, and made so wise a speech to them, and represented things in such a light, and so prudently conducted, that they unanimously agreed to her motion:

and they cut off the head of Sheba the son of Bichri, and cast [it] out
to Joab;
whose face Joab knew full well, and was satisfied it was his head that was thrown over:

and he blew a trumpet;
as a sign of retreat:

and they retired from the city, every man to his tent;
the army under Joab broke up the siege, and departed, every man to his own city, as the Targum:

and Joab returned unto Jerusalem unto the king;
to give him an account of his success, and how the rebellion was crushed; and this gave him courage and boldness to appear before the king, which one would wonder else he should have, when he had killed his general in cold blood, the king had sent out, and without his leave had reassumed his post as general of the army; but he was a bold daring man, a man of blood, and hardened in sin, and had power in the army, and over David himself, that he could not do what he would with him, but was obliged to be silent, and overlook things, and even to reestablish him in his office, as appears by what follows.

2 Samuël 20:22 In-Context

20 Toen antwoordde Joab, en zeide: Het zij verre, het zij verre van mij, dat ik zou verslinden, en dat ik zou verderven.

21 De zaak is niet alzo; maar een man van het gebergte van Efraim, wiens naam is Seba, de zoon van Bichri, heeft zijn hand opgeheven tegen den koning, tegen David; lever hem alleen, zo zal ik van deze stad aftrekken. Toen zeide de vrouw tot Joab: Zie, zijn hoofd zal tot u over den muur geworpen worden.

22 En de vrouw kwam in tot al het volk, met haar wijsheid; en zij hieuwen Seba, den zoon van Bichri, het hoofd af, en wierpen het tot Joab. Toen blies hij met de bazuin, en zij verstrooiden zich van de stad, een iegelijk naar zijn tenten; en Joab keerde weder naar Jeruzalem tot den koning.

23 Joab nu was over het ganse heir van Israel; en Benaja, de zoon van Jojada, over de Krethi en over de Plethi;

24 En Adoram was over de schatting; en Josafat, de zoon van Ahilud, was kanselier;