2 Samuël 6:21

21 Maar David zeide tot Michal: Voor het aangezicht des HEEREN, Die mij verkoren heeft voor uw vader en voor zijn ganse huis, mij instellende tot een voorganger over het volk des HEEREN, over Israel; ja, ik zal spelen voor het aangezicht des HEEREN.

2 Samuël 6:21 Meaning and Commentary

2 Samuel 6:21

And David said unto Michal, [it was] before the Lord
Before the ark of the Lord, what was done was done there; she upbraided him with his dancing and singing, which was designed for the honour and glory of God, and in thankfulness to him for the bringing the ark to his city, and therefore she ought not to have reproached him with it, and he adds,

which chose me before thy father, and before all his house;
see ( 1 Samuel 13:14 ) ; which he observed to humble her pride, and mortify her, as well as to remark the distinguishing goodness of God to him, which laid him under obligation to express his thankfulness to him in every shape:

to appoint me ruler over the people of the Lord, over Israel;
which was a high honour conferred upon him, and required the utmost gratitude:

therefore will I play before the Lord;
upon the harp, or praise before him, as the Targum, sing his praise before the ark, unto any instrument of music, without once imagining I disgrace myself, on the contrary think it to be the highest honour to me to be employed in such service.

2 Samuël 6:21 In-Context

19 En hij deelde uit aan het ganse volk, aan de ganse menigte van Israel, van de mannen tot de vrouwen toe, aan een iegelijk een broodkoek, en een schoon stuk vlees, en een fles wijn. Toen ging al dat volk heen, een iegelijk naar zijn huis.

20 Als nu David wederkwam, om zijn huis te zegenen, ging Michal, Sauls dochter, uit, David tegemoet, en zeide: Hoe is heden de koning van Israel verheerlijkt, die zich heden voor de ogen van de dienstmaagden zijner dienstknechten heeft ontbloot, gelijk een van de ijdele lieden zich onbeschaamdelijk ontbloot?

21 Maar David zeide tot Michal: Voor het aangezicht des HEEREN, Die mij verkoren heeft voor uw vader en voor zijn ganse huis, mij instellende tot een voorganger over het volk des HEEREN, over Israel; ja, ik zal spelen voor het aangezicht des HEEREN.

22 Ook zal ik mij nog geringer houden dan alzo, en zal nederig zijn in mijn ogen, en met de dienstmaagden, waarvan gij gezegd hebt, met dezelve zal ik verheerlijkt worden.

23 Michal nu, Sauls dochter, had geen kind, tot den dag van haar dood toe.