Amos 5:11

11 Daarom, omdat gij den arme vertreedt en een last koren van hem neemt, zo hebt gij wel huizen gebouwd van gehouwen steen, maar gij zult daarin niet wonen; gij hebt gewenste wijngaarden geplant, maar gij zult derzelver wijn niet drinken.

Amos 5:11 Meaning and Commentary

Amos 5:11

Forasmuch therefore as your treading [is] upon the poor
This seems to be spoken to the princes, judges, and civil magistrates, as Kimchi observes; who oppressed the poor and needy, and crushed them to the ground, trampled upon them, stripped them of the little substance they had, and left them destitute; exercising a cruel and tyrannical power over them, they having none to stand by them, and deliver them: and ye take from him burdens of wheat;
which perhaps he had been gleaning in the field, and was carrying home for the support of his family; or which he had gotten with great labour, and was all he had in the world: this they took away from him, for the payment of pretended debts, or lawsuits; or as not in right belonging to him, but taken out of fields where he should not have entered: ye have built houses of hewn stones;
in a very grand and pompous manner for themselves and their children, with money they had extorted from the poor, and got by oppression and injustice: but ye shall not dwell in them;
at least but a very short time; for quickly and suddenly the enemy will come and turn you out of them, and destroy them, which would be a just retaliation for their spoiling the houses of the poor: ye have planted pleasant vineyards:
well situated, and filled with the choicest vines, which promise a large produce of the best wine: but ye shall not drink wine of them;
for before the grapes are fully ripe they should be either taken away by death, or be carried captive, and others should dwell in their houses, and drink the wine of their vineyards.

Amos 5:11 In-Context

9 Die Zich verkwikt door verwoesting over een sterke; zodat de verwoesting komt over een vesting.
10 Zij haten in de poort dengene, die bestraft, en hebben een gruwel van dien, die oprechtelijk spreekt.
11 Daarom, omdat gij den arme vertreedt en een last koren van hem neemt, zo hebt gij wel huizen gebouwd van gehouwen steen, maar gij zult daarin niet wonen; gij hebt gewenste wijngaarden geplant, maar gij zult derzelver wijn niet drinken.
12 Want Ik weet, dat uw overtredingen menigvuldig, en uw zonden machtig vele zijn; zij benauwen den rechtvaardige, nemen zoengeld, en verstoten de nooddruftigen in de poort.
13 Daarom zal de verstandige te dier tijd zwijgen, want het zal een boze tijd zijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.