Daniël 11:13

13 Want de koning van het Noorden zal wederkeren, en hij zal een groter menigte dan de eerste was, oprichten; en aan het einde van de tijden der jaren, zal hij snellijk komen met een grote heirkracht, en met groot goed.

Daniël 11:13 Meaning and Commentary

Daniel 11:13

For the king of the north shall return
As Antiochus king of Syria did, upon the death of Ptolemy Philopator, who was succeeded by his son Ptolemy Epiphanes, a minor of five years of age: Antiochus took the advantage of this minority, and entered into a league with Philip king of Macedon, to divide the kingdom of Egypt between them; and marched an army into Coelesyria and Palestine, and made himself master of those countries: and shall set forth a multitude greater than the former;
bring a larger army into the field than he had done before, which Jerom says he brought out of the upper parts of Babylon; some say it consisted of three hundred thousand footmen, besides horsemen and elephants: and shall certainly come (after certain years) with a great army, and
with much riches;
with all manner of provisions to supply his numerous army, and all proper accommodations for it; money to pay his soldiers, and beasts of burden to carry their baggage from place to place: this was about fourteen years after the former battle, as Dr. Prideaux F16 observes; and, according to Bishop Usher's annals, thirteen years.


FOOTNOTES:

F16 Connexion, par. 2. B. 2. p. 140.

Daniël 11:13 In-Context

11 En de koning van het Zuiden zal verbitterd worden, en hij zal uittrekken, en strijden tegen hem, tegen den koning van het Noorden, die ook een grote menigte oprichten zal, doch die menigte zal in zijn hand gegeven worden.
12 Als die menigte zal weggenomen zijn, zal zijn hart zich verheffen, en hij zal er enige tien duizenden nedervellen; evenwel zal hij niet gesterkt worden.
13 Want de koning van het Noorden zal wederkeren, en hij zal een groter menigte dan de eerste was, oprichten; en aan het einde van de tijden der jaren, zal hij snellijk komen met een grote heirkracht, en met groot goed.
14 Ook zullen er in die tijden velen opstaan tegen den koning van het Zuiden; en de scheurmakers uws volks zullen verheven worden, om het gezicht te bevestigen, doch zij zullen vallen.
15 En de koning van het Noorden zal komen, en een wal opwerpen, en vaste steden innemen; en de armen van het Zuiden zullen niet bestaan, noch zijn uitgelezen volk, ja, er zal geen kracht zijn om te bestaan.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.