Daniël 5:13

13 Toen werd Daniel voor den koning ingebracht. De koning antwoordde en zeide tot Daniel: Zijt gij die Daniel, een uit de gevankelijk weggevoerden van Juda, die de koning, mijn vader, uit Juda gebracht heeft?

Daniël 5:13 Meaning and Commentary

Daniel 5:13

Then was Daniel brought in before the king
Proper officers being sent to seek and find him; and having fetched him from his house or apartment where he lived, which seems to have been in the city of Babylon, though not very probably at court as formerly, he was introduced in form into the king's presence; and the king spake and said unto Daniel, art thou that Daniel, which
art of the children of the captivity of Judah, whom the king my father
brought out of Jewry?
by which it appears he did not know him, at least had forgot him; not having admitted him to any familiarity with him, as his grandfather had done; and though the queen had given such great commendations of him, yet the king does not treat him with that respect as might have been expected, and as Nebuchadnezzar did, ( Daniel 4:9 ) , but seems to reproach him with his servile condition, being a captive whom his grandfather had brought out of Judea, as it were triumphing over him and his people; which shows the haughtiness of his heart, and that it was not brought down by this consternation and fright he was thrown into.

Daniël 5:13 In-Context

11 Er is een man in uw koninkrijk, in wien de geest der heilige goden is, want in de dagen uws vaders is bij hem gevonden licht, en verstand, en wijsheid, gelijk de wijsheid der goden is; daarom stelde hem de koning Nebukadnezar, uw vader, tot een overste der tovenaars, der sterrekijkers, der Chaldeen, en der waarzeggers, uw vader, o koning!
12 Omdat een voortreffelijke geest, en wetenschap, en verstand van een, die dromen uitlegt, en der aanwijzing van raadselen, en van een, die knopen ontbindt, gevonden werd in hem, in Daniel, dien de koning den naam van Beltsazar gaf; laat nu Daniel geroepen worden, die zal de uitlegging te kennen geven.
13 Toen werd Daniel voor den koning ingebracht. De koning antwoordde en zeide tot Daniel: Zijt gij die Daniel, een uit de gevankelijk weggevoerden van Juda, die de koning, mijn vader, uit Juda gebracht heeft?
14 Ik heb toch van u gehoord, dat de geest der goden in u is, en dat er licht, en verstand, en voortreffelijke wijsheid in u gevonden wordt.
15 Nu, zo zijn voor mij ingebracht de wijzen en de sterrekijkers, om dit schrift te lezen, en deszelfs uitlegging mij bekend te maken; maar zij kunnen de uitlegging dezer woorden niet te kennen geven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.