Deuteronomium 14:9

9 Dit zult gij eten van alles, wat in de wateren is; al wat vinnen en schubben heeft, zult gij eten.

Deuteronomium 14:9 Meaning and Commentary

Ver. 9,10. These ye shall eat of, all that are in the waters
The fishes there, even such as have fins and scales, but they that have not were not to be eaten: (See Gill on Leviticus 11:9) (See Gill on Leviticus 11:10) (See Gill on Leviticus 11:11) (See Gill on Leviticus 11:12).

Deuteronomium 14:9 In-Context

7 Maar deze zult gij niet eten, van degenen, die alleen herkauwen, of van degenen, die den gekloofden klauw alleen verdelen: den kemel, en den haas, en het konijn; want deze herkauwen wel, maar zij verdelen den klauw niet; onrein zullen zij ulieden zijn.
8 Ook het varken; want dat verdeelt zijn klauw wel, maar het herkauwt niet; onrein zal het ulieden zijn; van hun vlees zult gij niet eten, en hun dood aas zult gij niet aanroeren.
9 Dit zult gij eten van alles, wat in de wateren is; al wat vinnen en schubben heeft, zult gij eten.
10 Maar al wat geen vinnen en schubben heeft, zult gij niet eten; het zal ulieden onrein zijn.
11 Allen reinen vogel zult gij eten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.