Deuteronomium 2:21

21 Een groot, en menigvuldig, en lang volk, als de Enakieten; en de HEERE verdelgde hen voor hun aangezicht, zodat zij hen uit de bezitting verdreven, en aan hunlieder plaats woonden;

Deuteronomium 2:21 Meaning and Commentary

Deuteronomy 2:21

A people great and many, and tall as the Anakims
As the Emims were, ( Deuteronomy 2:10 ) but the Lord destroyed them before them; destroyed the Zamzummims before the children of Amman; or otherwise they would have been an too much for them, being so numerous, and of such a gigantic stature:

and they succeeded them, and dwelt in their stead;
and in this way, and by these means, he gave them their land for a possession, ( Deuteronomy 2:19 ) .

Deuteronomium 2:21 In-Context

19 En gij zult naderen tegenover de kinderen Ammons; beangstig die niet, en meng u met hen niet; want Ik zal u van het land der kinderen Ammons geen erfenis geven, dewijl Ik het aan Lots kinderen ter erfenis gegeven heb.
20 Dit werd ook voor een land der reuzen gehouden; de reuzen woonden te voren daarin, en de Ammonieten noemden hen Zamzummieten;
21 Een groot, en menigvuldig, en lang volk, als de Enakieten; en de HEERE verdelgde hen voor hun aangezicht, zodat zij hen uit de bezitting verdreven, en aan hunlieder plaats woonden;
22 Gelijk als Hij aan de kinderen van Ezau, die in Seir wonen, gedaan heeft, voor welker aangezicht Hij de Horieten verdelgde; en zij verdreven hen uit de bezitting, en hebben aan hun plaats gewoond tot op dezen dag.
23 Ook hebben de Kafthorieten, die uit Kafthor uittogen, de Avieten, die in Hazerim tot Gaza toe woonden, verdelgd, en aan hun plaats gewoond.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.