Deuteronomium 2:5

5 Mengt u niet met hen; want Ik zal u van hun land niet geven, ook niet tot de betreding van een voetzool; want Ik heb Ezau het gebergte Seir ter erfenis gegeven.

Deuteronomium 2:5 Meaning and Commentary

Ver. 5 Meddle not with them
Contend not with them in battle, nor provoke them to it:

for I will not give you of their land, no not so much as a foot breadth;
or as the sole of a man's foot can tread on, signifying that they should not have the least part of it, not any at all. Jarchi makes mention of an exposition of theirs, that he would give them nothing of it until should come the day of the treading of the sole of the foot in the mount of Olives, ( Zechariah 14:4 ) , meaning not till the days of the Messiah, when Edom should be a possession of Israel; see ( Numbers 24:18 ) , ( Obadiah 1:19 )

because I have given Mount Seir unto Esau for a possession;
and therefore not to be taken away from them; they have a right of inheritance of it; see ( Genesis 36:8 ) ( Joshua 24:4 ) .

Deuteronomium 2:5 In-Context

3 Gijlieden hebt dit gebergte genoeg omgetogen; keert u naar het noorden;

4 En gebied het volk, zeggende: Gij zult doortrekken aan de landpale uwer broederen, de kinderen van Ezau, die in Seir wonen; zij zullen wel voor u vrezen; maar gij zult u zeer wachten.

5 Mengt u niet met hen; want Ik zal u van hun land niet geven, ook niet tot de betreding van een voetzool; want Ik heb Ezau het gebergte Seir ter erfenis gegeven.

6 Spijze zult gij voor geld van hen kopen, dat gij etet; en ook zult gij water voor geld van hen kopen, dat gij drinket.

7 Want de HEERE, uw God, heeft u gezegend in al het werk uwer hand; Hij kent uw wandelen door deze zo grote woestijn; deze veertig jaren is de HEERE, uw God, met u geweest; geen ding heeft u ontbroken.