Deuteronomium 28:56

56 Aangaande de tedere en wellustige vrouw onder u, die niet verzocht heeft haar voetzool op de aarde te zetten, omdat zij zich wellustig en teder hield; haar oog zal kwaad zijn tegen den man haars schoots, en tegen haar zoon, en tegen haar dochter;

Deuteronomium 28:56 Meaning and Commentary

Deuteronomy 28:56

And the tender and delicate woman amongst you
Who is instanced in because of her sex, which is more pitiful and compassionate, and especially one that has been brought up genteelly, and has always lived deliciously, on the most delicate fare, and nicest dainties, and used to all the delights of nature:

which would not venture to set her foot upon the ground for
delicateness and tenderness;
for fear of taking cold, or defiling her feet:

her eye shall be evil towards the husband of her bosom, and towards
her son, and towards her daughter;
begrudge them every bit they eat, and restrain food from them as much as in her lies, and even snatch it out of their mouths; so Josephus F5 relates, that

``women snatched the food out of the mouths of their husbands, and sons out of the mouths of their fathers; and, what is most miserable, mothers out of the mouths of their infants.''


FOOTNOTES:

F5 De Bello Jud. l. 5. c. l0. sect. 3.

Deuteronomium 28:56 In-Context

54 Aangaande den man, die teder onder u, en die zeer wellustig geweest is, zijn oog zal kwaad zijn tegen zijn broeder en tegen de huisvrouw zijns schoots, en tegen zijn overige zonen, die hij overgehouden zal hebben;
55 Dat hij niet aan een van die zal geven van het vlees zijner zonen, die hij eten zal, omdat hij voor zich niets heeft overgehouden; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u in al uw poorten zal benauwen.
56 Aangaande de tedere en wellustige vrouw onder u, die niet verzocht heeft haar voetzool op de aarde te zetten, omdat zij zich wellustig en teder hield; haar oog zal kwaad zijn tegen den man haars schoots, en tegen haar zoon, en tegen haar dochter;
57 En dat om haar nageboorte, die van tussen haar voeten uitgegaan zal zijn, en om haar zonen, die zij gebaard zal hebben; want zij zal hen eten in het verborgene, vermits gebrek van alles; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u zal benauwen in uw poorten.
58 Indien gij niet zult waarnemen te doen al de woorden dezer wet, die in dit boek geschreven zijn, om te vrezen dezen heerlijken en vreselijken Naam den HEERE uw God;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.