Deuteronomium 28:55

55 Dat hij niet aan een van die zal geven van het vlees zijner zonen, die hij eten zal, omdat hij voor zich niets heeft overgehouden; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u in al uw poorten zal benauwen.

Deuteronomium 28:55 Meaning and Commentary

Deuteronomy 28:55

So that he will not give to any of them of the flesh of his
children whom he shall eat
Neither give to a brother, nor to a wife, nor to any of his remaining children, the least bit of the flesh of a child he has killed and dressed for his own food; which adds to the barbarity of his action:

because he hath nothing left him in the siege, and in the straitness
wherewith thine enemies shall distress thee in all thy gates;
every creature being eaten up, dogs, cats and whatsoever else could be any ways made food of; as the dung of beasts, belts, shoes, the leather on shields as Josephus F4 says they did eat; and this being the case, nothing eatable remaining, therefore his heart would be hardened against his nearest relations, and not allow them the least part with him, even of what was so shocking and unnatural.


FOOTNOTES:

F4 De Bello Jud. l. 6. c. 3. sect. 3.

Deuteronomium 28:55 In-Context

53 En gij zult eten de vrucht uws buiks, het vlees uwer zonen en uwer dochteren, die u de HEERE, uw God, gegeven zal hebben; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijanden u zullen benauwen
54 Aangaande den man, die teder onder u, en die zeer wellustig geweest is, zijn oog zal kwaad zijn tegen zijn broeder en tegen de huisvrouw zijns schoots, en tegen zijn overige zonen, die hij overgehouden zal hebben;
55 Dat hij niet aan een van die zal geven van het vlees zijner zonen, die hij eten zal, omdat hij voor zich niets heeft overgehouden; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u in al uw poorten zal benauwen.
56 Aangaande de tedere en wellustige vrouw onder u, die niet verzocht heeft haar voetzool op de aarde te zetten, omdat zij zich wellustig en teder hield; haar oog zal kwaad zijn tegen den man haars schoots, en tegen haar zoon, en tegen haar dochter;
57 En dat om haar nageboorte, die van tussen haar voeten uitgegaan zal zijn, en om haar zonen, die zij gebaard zal hebben; want zij zal hen eten in het verborgene, vermits gebrek van alles; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u zal benauwen in uw poorten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.