Esther 7:7

7 En de koning stond op in zijn grimmigheid van den maaltijd des wijns, en ging naar den hof van het paleis. En Haman bleef staan, om van de koningin Esther, aangaande zijn leven verzoek te doen; want hij zag, dat het kwaad van de koning over hem ten volle besloten was.

Esther 7:7 Meaning and Commentary

Esther 7:7

And the king, arising from the banquet of wine in his wrath,
went into the palace garden
Not being able to bear the sight of Haman, who had done such an injury both to himself and to the queen; as also that his wrath might subside, and he become more composed and sedate, and be able coolly to deliberate what was fitting to be done in the present case:

and Haman stood up to make request for his life to Esther the queen;
hoping that her tender heart might be wrought upon to show mercy to him, and be prevailed on to entreat the king to spare his life; and this request he made in the most submissive manner:

for he saw that there was evil determined against him by the king;
he perceived it both by the king's countenance, by the rage he went out in, and by the threatening words which he very probably uttered as he went out.

Esther 7:7 In-Context

5 Toen sprak de koning Ahasveros, en zeide tot de koningin Esther: Wie is die, en waar is diezelve, die zijn hart vervuld heeft, om alzo te doen?

6 En Esther zeide: De man, de onderdrukker en vijand, is deze boze Haman! Toen verschrikte Haman voor het aangezicht des konings en der koningin.

7 En de koning stond op in zijn grimmigheid van den maaltijd des wijns, en ging naar den hof van het paleis. En Haman bleef staan, om van de koningin Esther, aangaande zijn leven verzoek te doen; want hij zag, dat het kwaad van de koning over hem ten volle besloten was.

8 Toen de koning wederkwam uit den hof van het paleis in het huis van den maaltijd des wijns, zo was Haman gevallen op het bed, waarop Esther was. Toen zeide de koning: Zou hij ook wel de koningin verkrachten bij mij in het huis? Het woord ging uit des konings mond, en zij bedekten Hamans aangezicht.

9 En Charbona, een van de kamerlingen, voor het aanschijn des konings staande, zeide: Ook zie, de galg, welke Haman gemaakt heeft voor Mordechai, die goed voor den koning gesproken heeft, staat bij Hamans huis, vijftig ellen hoog. Toen zeide de koning: Hang hem daaraan.