Exodus 16:19

19 En Mozes zeide tot hen: Niemand late daarvan over tot den morgen.

Exodus 16:19 Meaning and Commentary

Exodus 16:19

And Moses said unto them
At the same time he gave the direction to them about gathering it, and measuring out to every man an omer:

let no man leave of it until the morning;
not that every man was bound to eat up the quantity distributed to him; he might give what he could not eat to those that could eat more, if there were any such; or he might give it to his cattle, or cast it away, but he was not to reserve it until the next day for his use; which was to teach him that God would bestow this benefit and blessing on him daily, and he might expect it, whose mercies are new every morning; and to instruct him to live every day upon the providence of God for his daily food; as indeed every man ought to do so, let his circumstances be ever so affluent; and, in a more spiritual and evangelic sense, it teaches believers to live continually every day by faith on Christ, and to say day by day, Lord, evermore give us this bread, ( John 6:34 ) .

Exodus 16:19 In-Context

17 En de kinderen Israels deden alzo, en verzamelden, de een veel en de ander weinig.

18 Doch als zij het met de gomer maten, zo had hij, die veel verzameld had, niets over, en dien, die weinig verzameld had, ontbrak niet; een iegelijk verzamelde zoveel, als hij eten mocht.

19 En Mozes zeide tot hen: Niemand late daarvan over tot den morgen.

20 Doch zij hoorden niet naar Mozes, maar sommige mannen lieten daarvan over tot den morgen. Toen wiesen er wormen in, en het werd stinkende; dies werd Mozes zeer toornig op hen.

21 Zij nu verzamelden het allen morgen, een iegelijk naar dat hij eten mocht; want als de zon heet werd, zo versmolt het.