Exodus 29:1

1 Dit nu is de zaak, die gij hun doen zult, om hen te heiligen, dat zij Mij het priesterambt bedienen: neem een var, het jong eens runds, en twee volkomen rammen;

Exodus 29:1 Meaning and Commentary

Exodus 29:1

And this is the thing that thou shalt do unto them
To Aaron and his sons: to "hallow" them; to sanctify them, set them apart, and consecrate them:

to minister unto me in the priest's office;
for which the Lord had appointed them, to which he had chose, called, and separated them:

take one young bullock, and two rams without blemish;
a young bullock was an heifer of three years old, according to Kimchi ^F20, and such an one was used in sacrifice in former times, see ( Genesis 15:9 ) though Maimonides ^F21 says it was one of two years, and so Abendana ^F23, whose words are,

``a bullock is a son of two years, and a ram is after he has entered into the second year thirty one days;''

and so Ben Gersom; the bullock was an emblem of the strength, laboriousness, and patience of Christ, and both of them being without blemish, were typical of his purity and perfection in his nature and life, and especially in his sacrifice.

---

FOOTNOTES:

F20 Comment. in Psal. lxix. 32.
F21 Hilchot Zebachim, c. 1. sect. 14.
F23 Not. in Miclol Yophi in loc.

Exodus 29:1 In-Context

1 Dit nu is de zaak, die gij hun doen zult, om hen te heiligen, dat zij Mij het priesterambt bedienen: neem een var, het jong eens runds, en twee volkomen rammen;

2 En ongezuurd brood, en ongezuurde koeken, met olie gemengd, en ongezuurde vladen, met olie bestreken; van tarwemeelbloem zult gij dezelve maken.

3 En gij zult ze in een korf leggen, en zult ze in den korf toebrengen, met den var en de twee rammen.

4 Alsdan zult gij Aaron en zijn zonen doen naderen aan de deur van de tent der samenkomst; en gij zult hen met water wassen.

5 Daarna zult gij de klederen nemen, en Aaron den rok, en den mantel des efods, en den efod, en den borstlap aandoen; en gij zult hem omgorden met den kunstelijken riem des efods.