Exodus 4:1

1 Toen antwoordde Mozes, en zeide: Maar zie, zij zullen mij niet geloven, noch mijn stem horen; want zij zullen zeggen: De HEERE is u niet verschenen!

Exodus 4:1 Meaning and Commentary

Exodus 4:1

And Moses answered and said
In reference to what Jehovah had declared to him in the latter end of the preceding chapter: but, behold, they will not believe me, nor hearken to my voice;
this seems to contradict what God had said to him, ( Exodus 3:18 ) that they would hearken to his voice; but it can hardly be thought, that so good a man, and so great a prophet as Moses was, would directly fly in the face of God, and expressly contradict what he had said. To reconcile this it may be observed, that what the Lord says respects only the elders of Israel, this all the people; or Jehovah's meaning may be, and so this of Moses, that neither the one nor the other would regard his bare word, without some sign or miracle being wrought; for as his call was extraordinary, so it required something extraordinary to be done that it might be credited: for they will say, the Lord hath not appeared unto me:
in the bush, as he would affirm he did, and might do it with the greatest assurance; yet the thing being so marvellous, and they not eyewitnesses of it, might distrust the truth of it, or be backward to receive it on his bare word; and this Moses might rather fear would be the case, from the experience he had had of them forty years ago, when it was more likely for him to have been a deliverer of them.

Exodus 4:1 In-Context

1 Toen antwoordde Mozes, en zeide: Maar zie, zij zullen mij niet geloven, noch mijn stem horen; want zij zullen zeggen: De HEERE is u niet verschenen!
2 En de HEERE zeide tot hem: Wat is er in uw hand? En hij zeide: Een staf.
3 En Hij zeide: Werp hem ter aarde. En hij wierp hem ter aarde! Toen werd hij tot een slang; en Mozes vlood van haar.
4 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Strek uw hand uit, en grijp haar bij haar staart! Toen strekte hij zijn hand uit, en vatte haar, en zij werd tot een staf in zijn hand.
5 Opdat zij geloven, dat u verschenen is de HEERE, de God hunner vaderen, de God van Abraham, de God van Izak, en de God van Jakob.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.