And the sons of Izhar, Korah, and Nepheg, and Zichri. ] These seem to be mentioned for the sake of Korah, concerning whom is a remarkable history in the following book; for the other two are nowhere else spoken of.
19
En Amram nam Jochebed, zijn moei, zich tot huisvrouw, en zij baarde hem Aaron en Mozes; en de jaren des levens van Amram waren honderd zeven en dertig jaren.
20
En de zonen van Jizhar: Korah, en Nefeg, en Zichri.
21
En de zonen van Uzziel: Misael, en Elzafan, en Sithri.
22
En Aaron nam zich tot een vrouw Eliseba, dochter van Amminadab, zuster van Nahesson; en zij baarde hem Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar.
23
En de zonen van Korah waren: Assir, en Elkana, en Abiasaf; dat zijn de huisgezinnen der Korachieten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.