Exodus 6:26

26 Dezen zijn het, die tot Farao, den koning van Egypte, spraken, opdat zij de kinderen Israels uit Egypte leidden; dit is Mozes en Aaron.

Exodus 6:26 Meaning and Commentary

Exodus 6:26

These are that Aaron and Moses
Aaron is set before Moses, because he was the eldest, and because he prophesied in Egypt before Moses, as Aben Ezra observes; though Moses was greater in dignity than he, and therefore the true reason may be the modesty of Moses; though in a following verse Moses is set before Aaron, to show that they were equal, as Jarchi thinks; and perhaps the thing was quite an indifference to the historian, and done without any care and intention, however these words are emphatically expressed, on purpose to point out the persons to future ages: to whom the Lord said, bring out the children of Israel from the land
of Egypt:
which is the charge he gave them both, ( Exodus 6:13 ) , and the account of which is returned to again, after an interruption by the genealogy before recorded: Israel were to be brought out, according to their armies;
denoting their numbers, and the order in which they were to march out of Egypt, as they did, not by flight, nor in confusion, but in a formidable manner, and in great composure and order, with these two men, Moses and Aaron, as their generals at the head of them.

Exodus 6:26 In-Context

24 En Eleazar, de zoon van Aaron, nam voor zich een van de dochteren van Putiel tot een vrouw; en zij baarde hem Pinehas. Dit zijn de hoofden van de vaderen der Levieten, naar hun huisgezinnen.

25 Dit is Aaron en Mozes, tot welke de HEERE zeide: Leidt de kinderen Israels uit Egypteland, naar hun heiren.

26 Dezen zijn het, die tot Farao, den koning van Egypte, spraken, opdat zij de kinderen Israels uit Egypte leidden; dit is Mozes en Aaron.

27 En het geschiedde te dien dage, als de HEERE tot Mozes sprak in Egypteland;

28 Zo sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: Ik ben de HEERE! spreek tot Farao, den koning van Egypte, alles, wat Ik tot u spreek.