Ezechiël 13:14

14 Zo zal Ik den wand afbreken, dien gijlieden met loze kalk gepleisterd hebt, en zal hem ter aarde nederwerpen, dat zijn grond zal ontdekt worden; alzo zal de stad vallen, en gij zult in het midden van haar omkomen; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.

Ezechiël 13:14 Meaning and Commentary

Ezekiel 13:14

So will I break down the wall that ye have daubed with
untempered [mortar]
Which is repeated and expressed in these words, both for the sake of confirmation and explanation of what is before said: and bring it down to the ground, so that the foundation thereof shall
be discovered;
meaning the city of Jerusalem, and by these phrases declaring the utter destruction of it; whereby also would be discovered the vain assurances and lying predictions of the false prophets, and which would appear to be entirely groundless: so the Targum,

``and I will destroy the city in which ye have prophesied false prophecies; and I will cause it to fall to the ground, and its foundations shall be discovered:''
and it shall fall, and ye shall be consumed in the midst of it;
the false prophets perished in the destruction of Jerusalem, and not one of them escaped: and ye shall know that I [am] the Lord;
who is true to his word, and able to accomplish it, whether of punishment or of threatening.

Ezechiël 13:14 In-Context

12 Ziet, als die wand zal gevallen zijn, zal dan niet tot u gezegd worden: Waar is de pleistering, waarmede gij gepleisterd hebt?
13 Daarom alzo zegt de Heere HEERE: Ja, Ik zal hem door een groten stormwind in Mijn grimmigheid splijten, en er zal een overstelpende plasregen zijn in Mijn toorn, en grote hagelstenen in Mijn grimmigheid, om dien te verdoen.
14 Zo zal Ik den wand afbreken, dien gijlieden met loze kalk gepleisterd hebt, en zal hem ter aarde nederwerpen, dat zijn grond zal ontdekt worden; alzo zal de stad vallen, en gij zult in het midden van haar omkomen; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
15 Zo zal Ik Mijn grimmigheid tegen den wand voortbrengen, en tegen degenen, die hem pleisteren met loze kalk; en Ik zal tot ulieden zeggen: Die wand is er niet meer, en die hem pleisterden, zijn er niet;
16 Te weten de profeten Israels, die van Jeruzalem profeteren, en voor haar een gezicht des vredes zien, waar geen vrede is, spreekt de Heere HEERE.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.