Ezechiël 20:16

16 Daarom dat zij Mijn rechten verwierpen, en in Mijn inzettingen niet wandelden, en Mijn sabbatten ontheiligden; want hun hart wandelde hun drekgoden na.

Ezechiël 20:16 Meaning and Commentary

Ezekiel 20:16

Because they despised my judgments, and walked not in my
statutes, but polluted my sabbaths
Which were just causes of divine resentment and anger; (See Gill on Ezekiel 20:13); for their heart went after their idols;
which they had served in Egypt; and that led them off from the true worship and service of God; no man can serve two masters; if he holds to the one, and his heart is towards him, he will despise the other; and yet these idols were no other, as the word signifies, than dunghill gods, as in ( Ezekiel 20:16 ) ; and such are all worldly things, in comparison of God, that the heart of man is going after.

Ezechiël 20:16 In-Context

14 Maar Ik deed het om Mijns Naams wil, opdat die niet ontheiligd werd voor de ogen van die heidenen, voor welker ogen Ik hen uitvoerde.
15 Evenwel hief Ik ook Mijn hand op tot hen in de woestijn, dat Ik hen niet zou brengen in het land, dat Ik hun gegeven had, vloeiende van melk en honig, hetwelk het sieraad is van alle landen;
16 Daarom dat zij Mijn rechten verwierpen, en in Mijn inzettingen niet wandelden, en Mijn sabbatten ontheiligden; want hun hart wandelde hun drekgoden na.
17 Doch Mijn oog verschoonde hen, dat Ik hen niet verdierf, en geen voleinding met hen maakte in de woestijn.
18 Maar Ik zeide tot hun kinderen in de woestijn: Wandelt niet in de inzettingen uwer vaderen, en onderhoudt hun rechten niet, en verontreinigt u niet met hun drekgoden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.