Ezechiël 20:14

14 Maar Ik deed het om Mijns Naams wil, opdat die niet ontheiligd werd voor de ogen van die heidenen, voor welker ogen Ik hen uitvoerde.

Ezechiël 20:14 Meaning and Commentary

Ezekiel 20:14

But I wrought for my name's sake, that it should not be
polluted before the Heathen (See Gill on Ezekiel 20:9); who would be ready to say it was for want of power, or faithfulness, or, goodness, that he did not bring them into the promised land; or there was no such land to bring them to God's own glory was concerned, and that is his ultimate end in all he does; and is of more weight with him than any other argument whatever: in whose sight I brought them out;
from Egypt, into the wilderness; this was done publicly in the sight of the Egyptians, they urging them to be gone.

Ezechiël 20:14 In-Context

12 Daartoe ook gaf Ik hun Mijn sabbatten, om een teken te zijn tussen Mij en tussen hen, opdat zij zouden weten, dat Ik de HEERE ben, Die hen heilige.
13 Maar het huis Israels werd wederspannig tegen Mij in de woestijn; zij wandelden in Mijn inzettingen niet, en verwierpen Mijn rechten; dewelke, zo ze een mens doet, zal hij door dezelve leven; en zij ontheiligden Mijn sabbatten zeer, dat Ik zeide, Mijn grimmigheid te zullen uitgieten over hen in de woestijn, om hen te verdoen.
14 Maar Ik deed het om Mijns Naams wil, opdat die niet ontheiligd werd voor de ogen van die heidenen, voor welker ogen Ik hen uitvoerde.
15 Evenwel hief Ik ook Mijn hand op tot hen in de woestijn, dat Ik hen niet zou brengen in het land, dat Ik hun gegeven had, vloeiende van melk en honig, hetwelk het sieraad is van alle landen;
16 Daarom dat zij Mijn rechten verwierpen, en in Mijn inzettingen niet wandelden, en Mijn sabbatten ontheiligden; want hun hart wandelde hun drekgoden na.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.