Ezechiël 23:44

44 En men ging tot haar in, gelijk men ingaat tot een vrouw, die een hoer is; alzo gingen zij in tot Ohola en tot Oholiba, die schandelijke vrouwen.

Ezechiël 23:44 Meaning and Commentary

Ezekiel 23:44

Yet they went in unto her
Made a league with one another, and joined in idolatrous worship: as they go in unto a woman that playeth the harlot;
with the same heat of lust, with the same greediness and eager desire as young men do when they go into a brothel house where a beautiful harlot lives: so went they in unto Aholah and unto Aholibah; the lewd women,
the ten tribes of Israel, and the two tribes of Judah and Benjamin, which apostatized from God, and committed idolatry; with these the Sabeans before mentioned, and other nations, joined in idolatrous worship.

Ezechiël 23:44 In-Context

42 Als nu het geruis der menigte daarop stil was, zo zonden zij tot mannen uit de menigte der mensen, en daar werden wijnzuipers aangebracht uit de woestijn; die deden armringen aan haar handen, en een sierlijke kroon op haar hoofden.
43 Toen zeide Ik van deze, die van overspelerijen verouderd was: Nu zullen zij hoereren de hoererijen dezer hoer, en die ook.
44 En men ging tot haar in, gelijk men ingaat tot een vrouw, die een hoer is; alzo gingen zij in tot Ohola en tot Oholiba, die schandelijke vrouwen.
45 Rechtvaardige mannen dan, die zullen haar richten naar het recht der overspeelsters, en naar het recht der bloedvergietsters; want zij zijn overspeelsters, en bloed is in haar handen.
46 Want alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal een vergadering tegen haar doen opkomen, en zal ze ter beroering en ten roof overgeven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.