Ezechiël 25:10

10 Voor die van het oosten, met het land der kinderen Ammons, hetwelk Ik ter bezitting zal overgeven; opdat der kinderen Ammons onder de heidenen niet meer gedacht worde.

Ezechiël 25:10 Meaning and Commentary

Ezekiel 25:10

Unto the men of the east with the Ammonites, and I will give
them in possession
Or, "against the Ammonites", as the Targum; that is, way should be made for the same people of the east, the Chaldeans or Arabians, that came against the Ammonites and destroyed them, to enter into the land of Moab and possess it, as they had done the land of Ammon: that the Ammonites may not be remembered among the nations:
the name of that people, which is entirely lost; and Moab likewise, which underwent the same fate.

Ezechiël 25:10 In-Context

8 Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat Moab en Seir zeggen: Ziet, het huis van Juda is gelijk al de heidenen;
9 Daarom, ziet, Ik zal de zijde van Moab openen, van de steden af, van zijn steden, die van zijn grenzen af zijn, het sieraad des lands, Beth-Jesimoth, Baal-Meon, en tot Kiriathaim toe;
10 Voor die van het oosten, met het land der kinderen Ammons, hetwelk Ik ter bezitting zal overgeven; opdat der kinderen Ammons onder de heidenen niet meer gedacht worde.
11 Ik zal ook in Moab gerichten oefenen; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben.
12 Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat Edom met enkel wraakgierigheid gehandeld heeft tegen het huis van Juda; en zij zich zeer schuldig gemaakt hebben, dat zij zich aan hen gewroken hebben:
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.