Ezechiël 25:11

11 Ik zal ook in Moab gerichten oefenen; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben.

Ezechiël 25:11 Meaning and Commentary

Ezekiel 25:11

I will execute judgments upon Moab
For though the Chaldeans and Arabians were the instruments of their ruin, their destruction was of the Lord; it was his hand that was upon them, and his vengeance that was executed on them, for their hard sayings against his people; for though he had spoke against them in his providence, and chastised them for their sins, yet he will not suffer others to speak against them: and they shall know that I am the Lord;
that takes part with Judah, and will avenge himself of all their enemies.

Ezechiël 25:11 In-Context

9 Daarom, ziet, Ik zal de zijde van Moab openen, van de steden af, van zijn steden, die van zijn grenzen af zijn, het sieraad des lands, Beth-Jesimoth, Baal-Meon, en tot Kiriathaim toe;
10 Voor die van het oosten, met het land der kinderen Ammons, hetwelk Ik ter bezitting zal overgeven; opdat der kinderen Ammons onder de heidenen niet meer gedacht worde.
11 Ik zal ook in Moab gerichten oefenen; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben.
12 Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat Edom met enkel wraakgierigheid gehandeld heeft tegen het huis van Juda; en zij zich zeer schuldig gemaakt hebben, dat zij zich aan hen gewroken hebben:
13 Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal ook Mijn hand uitstrekken tegen Edom, en Ik zal mens en beest uit haar uitroeien; en zal haar tot een woestheid stellen van Theman af; en zij zullen tot Dedan toe door het zwaard vallen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.