Ezechiël 27:24

24 Die waren uw kooplieden met volkomen sieradien, met pakken van hemelsblauw en gestikt werk, en met schatkisten van schone klederen; gebonden met koorden, en in ceder gepakt, onder uw koopmanschap.

Ezechiël 27:24 Meaning and Commentary

Ezekiel 27:24

These were thy merchants in all sorts of things
Either all before mentioned throughout the chapter, or rather those only in the preceding verse; also these were merchants in various things after mentioned, and which were the best and most perfect of the kind, as the word ^F4 used signifies: in blue cloths, and broidered work;
these the Assyrians took of them, a colour in which they much delighted; see ( Ezekiel 23:6 ) : and in chests of rich apparel bound with cords, and made of cedar,
among thy merchandise;
rich apparel, such as scarlet cloaks, as the Targum, and blue cloths as before; these were well packed up in chests made of "cedar", which they had from Lebanon, and so fit to be put on board a ship, and carried into any part of the world. The Targum adds,

``and sealed with a signet;''

as things well packed up and bound sometimes are, being of worth and value. Some render it, "in chains"; or, "chains were among thy merchandise" ^F5; such as chains of gold, wore about the neck; and take the word to be of the sam meaning with that in ( Song of Solomon 1:10 ) .

---

FOOTNOTES:

F4 (Myllkmb) "rebus perfectissimis", Junius & Tremellius, Polanus, Cocceius, Starckius.
F5 (Ktlkrmb Myzraw) "et torquibus in negotiatione tua", Pagninus; "et torques fuerunt in nundinis tuis", Vatablus. So R. Sol. Urbin. Ohel Moed, fol. 71. 2.

Ezechiël 27:24 In-Context

22 De kooplieden van Scheba en Raema waren uw kooplieden; met alle hoofdspecerij, en met alle kostelijk gesteente en goud, handelden zij op uw markten.

23 Haran, en Kanne, en Eden, de kooplieden van Scheba, Assur en Kilmad, handelden met u.

24 Die waren uw kooplieden met volkomen sieradien, met pakken van hemelsblauw en gestikt werk, en met schatkisten van schone klederen; gebonden met koorden, en in ceder gepakt, onder uw koopmanschap.

25 De schepen van Tarsis zongen van u, vanwege den onderlingen koophandel met u; en gij waart vervuld, en zeer verheerlijkt in het hart der zeeen.

26 Die u roeien, hebben u in grote wateren gevoerd; de oostenwind heeft u verbroken in het hart der zeeen.