Ezechiël 31:7

7 Alzo was hij schoon in zijn grootheid en in de lengte zijner takken, omdat zijn wortel aan grote wateren was.

Ezechiël 31:7 Meaning and Commentary

Ezekiel 31:7

Thus was he fair in his greatness
Amiable, lovely, delightful to look upon in the greatness of his majesty, in his royal glory and dignity: in the length of his branches;
in the extent of his empire, and the provinces of it: for his root was by great waters;
his kingdom was well established, firmly rooted among a multitude of people; from whom he had a large revenue to support his throne and government, and the dignity of it; by tribute, taxes, customs, and presents; and through the large trade and traffic of his subjects in different parts, from whence he received great profit and advantage. The Targum is,

``and he became victorious by his auxiliaries, by the multitude of his mighty ones, so that his terror was upon many people.''

Ezechiël 31:7 In-Context

5 Daarom werd zijn stam hoger dan alle bomen des velds; en zijn takjes werden menigvuldig, en zijn scheuten lang, vanwege de grote wateren, als hij uitschoot.
6 Alle vogelen des hemels nestelden op zijn takjes, en alle dieren des velds teelden onder zijn scheuten; en alle grote volken zaten onder zijn schaduw.
7 Alzo was hij schoon in zijn grootheid en in de lengte zijner takken, omdat zijn wortel aan grote wateren was.
8 De cederen in Gods hof verduisterden hem niet, de dennebomen waren zijn takken niet gelijk, en de kastanjebomen waren niet gelijk zijn scheuten; geen boom in Gods hof was hem gelijk in zijn schoonheid.
9 Ik had hem zo schoon gemaakt door de veelheid zijner takken, dat alle bomen van Eden, die in Gods hof waren, hem benijdden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.