Ezechiël 32:29

29 Daar is Edom, haar koningen en al haar vorsten, die met hunlieder macht gelegd zijn bij de verslagenen van het zwaard; diezelve liggen met de onbesnedenen en met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald.

Ezechiël 32:29 Meaning and Commentary

Ezekiel 32:29

There is Edom, her kings, and all her princes
In the next place, near the graves of the above mentioned, and in the same ruinous and desolate condition, lie the famous kingdom of Idumea, and the several kings and dukes of it, from the first setting of it up, to its last destruction prophesied of, ( Ezekiel 25:12-14 ) , of many of which mention is made, ( Genesis 36:15-43 ) : which with their might are laid by them that are slain with the sword;
who, notwithstanding their powerful armies, and prowess and skill in war, yet are conquered, and destroyed, and laid in graves in like manner as all others slain by the, sword of the enemy are: they shall lie with the uncircumcised;
for though they themselves were circumcised, being the descendants of Esau the son of Isaac, the son of Abraham, on whose seed circumcision was enjoined; yet this did not secure them from a violent death, and an ignominious burial; they being uncircumcised in heart, wicked and ungodly men, and so should be joined in their death and burial with such: and with them that go down to the pit;
the common receptacle of the slain.

Ezechiël 32:29 In-Context

27 Maar zij liggen niet met de helden, die onder de onbesnedenen gevallen zijn; die ter helle zijn nedergedaald met hun krijgswapenen, en welker zwaarden men gelegd heeft onder hun hoofden; welker ongerechtigheid nochtans op hun beenderen is, omdat der helden schrik in het land der levenden geweest is.
28 Gij ook zult verbroken worden in het midden der onbesnedenen, en zult liggen met de verslagenen van het zwaard.
29 Daar is Edom, haar koningen en al haar vorsten, die met hunlieder macht gelegd zijn bij de verslagenen van het zwaard; diezelve liggen met de onbesnedenen en met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald.
30 Daar zijn de geweldigen van het Noorden, zij allen, en alle Sidoniers, die met de verslagenen zijn nedergedaald, beschaamd zijnde vanwege hun schrik, die uit hun macht voortkwam, en zij liggen onbesneden bij de verslagenen van het zwaard, en dragen hun schande met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald.
31 Farao zal henlieden zien, en zich troosten over zijn ganse menigte; de verslagenen van het zwaard van Farao en zijn ganse heir, spreekt de Heere HEERE.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.