Ezechiël 36:15

15 En Ik zal maken, dat men den schimp der heidenen niet meer over u hore, en gij zult den smaad der natien niet meer dragen; en gij zult uw volken niet meer doen struikelen, spreekt de Heere HEERE.

Ezechiël 36:15 Meaning and Commentary

Ezekiel 36:15

Neither will I cause men to hear in thee the shame of the
Heathen any more
Their calumnies and revilings, their scoffs and jeers: neither shalt thou bear the reproach of the people any more;
or be any more a taunt and a curse, a proverb and a byword of the people; or be their laughing stock, and the object of their derision: neither shalt thou cause thy nations to fall any more, saith the Lord
God;
by famine, sword, or pestilence, or any other judgment caused by sin: or, "thou shalt not bereave" F12, as the marginal reading is; and which the Targum and many versions follow: now what is here promised, in this and the preceding verse, had not its full accomplishment upon the Jews' return from the Babylonish captivity; for since that time their men have been devoured, and their tribes have been bereaved of them by famine, sword, and pestilence; and they have heard and bore the shame and reproach of the nations where they have been dispersed, and do to this day; wherefore these prophecies must refer to a future restoration of that people.


FOOTNOTES:

F12 "Non orbabis", Starckius.

Ezechiël 36:15 In-Context

13 Zo zegt de Heere HEERE: Omdat zij tot u zeggen: Gij zijt een land, dat mensen opeet, en gij zijt een land, dat uw volken berooft;
14 Daarom zult gij niet meer mensen opeten, en uw volken niet meer doen struikelen, spreekt de Heere HEERE.
15 En Ik zal maken, dat men den schimp der heidenen niet meer over u hore, en gij zult den smaad der natien niet meer dragen; en gij zult uw volken niet meer doen struikelen, spreekt de Heere HEERE.
16 Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:
17 Mensenkind! het huis Israels, als zij in hun land woonden, toen verontreinigden zij datzelve met hun weg en met hun handelingen; hun weg was voor Mijn aangezicht als de onreinigheid ener afgezonderde vrouw.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.