Ezechiël 47:6

6 En hij zeide tot mij: Hebt gij het gezien, mensenkind? Toen voerde hij mij, en bracht mij weder tot aan den oever der beek.

Ezechiël 47:6 Meaning and Commentary

Ezekiel 47:6

And he said unto me, son of man, hast thou seen this?
&c]. That is, the man that measured the waters said to the prophet, hast thou carefully observed all this from whence the waters flowed? from what small beginnings they rose, and gradually increased? how they first issued forth, as out of a vial; and now, in the space of about two or three miles, are become a deep river, and impassable? it is right and profitable to observe the rise and progress of the Gospel; what a spread it has had in the world, and what it will have: then he brought me, and caused me to return to the brink of the river;
there to stand and observe the nature of the waters, and the course of them; the multitude of fish in them; and the trees which grew upon the banks of them; of all which some account is given in the following verses.

Ezechiël 47:6 In-Context

4 Toen mat hij nog duizend ellen, en deed mij door de wateren doorgaan, en de wateren raakten tot aan de knieen; en hij mat nog duizend, en deed mij doorgaan, en de wateren raakten tot aan de lenden.
5 Voorts mat hij nog duizend, en het was een beek, waar ik niet kon doorgaan; want de wateren waren hoge wateren, waar men door zwemmen moest, een beek, waar men niet kon doorgaan.
6 En hij zeide tot mij: Hebt gij het gezien, mensenkind? Toen voerde hij mij, en bracht mij weder tot aan den oever der beek.
7 Als ik wederkeerde, ziet, zo was er aan den oever der beek zeer veel geboomte, van deze en van gene zijde.
8 Toen zeide hij tot mij: Deze wateren vlieten uit naar het voorste Galilea, en dalen af in het vlakke veld; daarna komen zij in de zee; in de zee uitgebracht zijnde, zo worden de wateren gezond.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.