Ezechiël 6:11

11 Zo zegt de Heere HEERE: Sla met uw hand, en stamp met uw voet, en zeg: Ach, over alle gruwelen der boosheden van het huis Israels; want zij zullen door het zwaard, door den honger en door de pestilentie vallen.

Ezechiël 6:11 Meaning and Commentary

Ezekiel 6:11

Thus saith the Lord God, smite with thine hand, and stamp with
thy foot
These are gestures of persons in distress and agony, who, to show their trouble and grief, smite one hand against the other; or smite with the hand upon the thigh, as in ( Jeremiah 31:19 ) ; and "stretch out", or "make a distension with the foot" F4; as it is in the Hebrew text; extend their thighs; throw out their feet; stamp with them; beat the earth, and make it shake, as the Syriac version; all expressive of anguish and sorrow: and say, alas, for all the evil abominations of the house of Israel!
the word "alas", or "woe", as the Targum, Jarchi, and Kimchi, an interjection of mourning and lamentation, explains the above gestures; and what follows shows the cause of all; namely, the sins and abominations committed by the house of Israel; which they being insensible of, and unconcerned about, the prophet is ordered to take such a method to awaken them out of their stupidity and lethargy; and the rather, since the heaviest of judgments were coming upon them: for they shall fall by the sword, by the famine, and by the pestilence;
which are threatened in ( Ezekiel 5:12 Ezekiel 5:16 Ezekiel 5:17 ) ; and the persons on whom they should be separately executed are mentioned in ( Ezekiel 6:12 ) .


FOOTNOTES:

F4 (Klgrb eqr) "extende pede tuo", Pagninus, Montanus, Polanus; "fac distensionem cum pede tuo", Munster; "divarica pedes tuos": Calvin.

Ezechiël 6:11 In-Context

9 Dan zullen uw ontkomenen Mijner gedenken onder de heidenen, waar zij gevankelijk zullen geworden zijn, omdat Ik verbroken ben door hun hoerachtig hart, dat van Mij afgeweken is, en door hun ogen, die hun drekgoden nahoereren; en zij zullen een walging aan zichzelven hebben over de boosheden, die zij in al hun gruwelen gedaan hebben.
10 En zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben; Ik heb niet tevergeefs gesproken, van hun dit kwaad aan te doen.
11 Zo zegt de Heere HEERE: Sla met uw hand, en stamp met uw voet, en zeg: Ach, over alle gruwelen der boosheden van het huis Israels; want zij zullen door het zwaard, door den honger en door de pestilentie vallen.
12 Die verre af is, zal door de pest sterven, en die nabij is, zal door het zwaard vallen; maar die overgebleven en belegerd is, zal door honger sterven; alzo zal Ik Mijn grimmigheid tegen hen volbrengen.
13 Dan zult gij weten, dat Ik de HEERE ben, als hun verslagenen in het midden hunner drekgoden rondom hun altaren wezen zullen op alle hoge heuvelen, op alle toppen der bergen, en onder allen groenen boom, en onder alle dichte eiken, de plaats, alwaar zij al hun drekgoden liefelijken reuk maakten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.