Genesis 24:30

30 En het geschiedde, als hij dat voorhoofdsiersel gezien had, en de armringen aan de handen zijner zuster; en als hij gehoord had de woorden zijner zuster Rebekka, zeggende: Alzo heeft die man tot mij gesproken, zo kwam hij tot dien man, en ziet, hij stond bij de kemelen, bij de fontein.

Genesis 24:30 Meaning and Commentary

Genesis 24:30

And it came to pass, when he saw the earring, and bracelets
upon his sister's hands
From whence he concluded that he was a rich and generous man she had met with, and might hope to receive a gift also upon giving him an invitation to his house; or however might judge he should be no loser by receiving him kindly and entertaining him generously; therefore it was that he made haste, and ran to him to bring him in; for that Laban was of a covetous disposition, appears from the whole story of him: and when he heard the words of Rebekah his sister, saying, thus spake
the man unto me;
inquiring whose daughter she was, and whether there was any room in her father's house for him and those that were with him to lodge in: that he came unto the man;
made haste and ran till he came to him: and, behold, he stood by the camels at the wall;
he did not follow Rebekah, but kept still at the well, expecting somebody would come out of the house and give him an invitation into it, upon Rebekah's representation of him.

Genesis 24:30 In-Context

28 En die jonge dochter liep, en gaf ten huize harer moeder te kennen, gelijk deze zaken waren.
29 En Rebekka had een broeder, wiens naam was Laban; en Laban liep tot die man naar buiten tot de fontein.
30 En het geschiedde, als hij dat voorhoofdsiersel gezien had, en de armringen aan de handen zijner zuster; en als hij gehoord had de woorden zijner zuster Rebekka, zeggende: Alzo heeft die man tot mij gesproken, zo kwam hij tot dien man, en ziet, hij stond bij de kemelen, bij de fontein.
31 En hij zeide: Kom in, gij, gezegende des HEEREN! waarom zoudt gij buiten staan? want ik heb het huis bereid, en de plaats voor de kemelen.
32 Toen kwam die man naar het huis toe, en men ontgordde de kemelen, en men gaf den kemelen stro en voeder; en water om zijn voeten te wassen, en de voeten der mannen, die bij hem waren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.