Genesis 28:2

2 Maak u op, ga naar Paddan-Aram, ten huize van Bethuel, den vader uwer moeder, en neem u van daar een vrouw, van de dochteren van Laban, uwer moeders broeder.

Genesis 28:2 Meaning and Commentary

Genesis 28:2

Arise, go to Padanaram
Of this place, (See Gill on Genesis 25:20); either he is bid to go directly, in haste and alone; perhaps by this time Rebekah had given Isaac some hint of the ill design of Esau against him, which made Isaac the more urgent upon him to be gone, as well as it was high time he had took to himself a wife: to the house of Bethuel thy mother's father;
who though now dead in all probability, yet the house and family went by his name: and take thee a wife from thence of the daughters of Laban thy
mother's brother:
who had daughters unmarried, of which no doubt Isaac and Rebekah had knowledge, a correspondence being kept up between the two families, though at a great distance.

Genesis 28:2 In-Context

1 En Izak riep Jakob, en zegende hem; en gebood hem, en zeide tot hem: Neem geen vrouw van de dochteren van Kanaan.
2 Maak u op, ga naar Paddan-Aram, ten huize van Bethuel, den vader uwer moeder, en neem u van daar een vrouw, van de dochteren van Laban, uwer moeders broeder.
3 En God almachtig zegene u, en make u vruchtbaar, en vermenigvuldige u, dat gij tot een hoop volken wordt.
4 En Hij geve u den zegen van Abraham; aan u, en uw zaad met u, opdat gij erfelijk bezit het land uwer vreemdelingschappen, hetwelk God aan Abraham gegeven heeft.
5 Alzo zond Izak Jakob weg, dat hij toog naar Paddan-Aram, tot Laban, den zoon van Bethuel, den Syrier, den broeder van Rebekka, Jakobs en Ezau's moeder.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.