Genesis 30:37

37 Toen nam zich Jakob roeden van groen populierenhout, en van hazelaar, en van kastanjen; en hij schilde daarin witte strepen, ontblotende het wit, hetwelk aan die roeden was.

Genesis 30:37 Meaning and Commentary

Genesis 30:37

And Jacob took him rods of green poplar
Of the white poplar tree, called green, not from the colour, but from the moisture, being such as were cut off of the tree: and of the hazel and chestnut tree;
the former some take to be the almond tree, as Saadiah Gaon, and others; and the latter to be the plantain or plane tree, so Ainsworth, and others: and pilled white strakes in them;
took off the bark of them in some places, and left it on in others, which made white strakes: and made the white appear which [was] in the rods;
that part of the rods which was stripped of the bark appeared white; and it appeared the whiter for the bark that was left on in other parts; and both made the rods to appear to have various colours, which was the design of Jacob in pilling them.

Genesis 30:37 In-Context

35 En hij zonderde af ten zelfden dage de gesprenkelde en geplekte bokken en al de gespikkelde en geplekte geiten, al waar wit aan was, en al het bruine onder de lammeren; en hij gaf dezelve in de hand zijner zonen.
36 En hij stelde een weg van drie dagen tussen hem, en tussen Jakob; en Jakob weidde de overige kudde van Laban.
37 Toen nam zich Jakob roeden van groen populierenhout, en van hazelaar, en van kastanjen; en hij schilde daarin witte strepen, ontblotende het wit, hetwelk aan die roeden was.
38 En hij legde deze roeden, die hij geschild had, in de goten, en in de drinkbakken van het water, waar de kudde kwam drinken, tegenover de kudde; en zij werden verhit, als zij kwamen om te drinken.
39 Als dan de kudde verhit werd bij de roeden, zo lammerde de kudde gesprenkelde, gespikkelde, en geplekte.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.