Genesis 41:47

47 En het land bracht voort, in de zeven jaren des overvloeds, bij handvollen.

Genesis 41:47 Meaning and Commentary

Genesis 41:47

And in the seven plenteous years the earth brought forth by
handfuls.
] Such as the gatherers take up in their hands when reaped, in order to bind up in sheaves: now such was the fruitfulness of the land during the seven years of plenty, that either one stalk produced as many ears as a man could hold in his hand; or one grain produced an handful, as Ben Melech observes; though Onkelos paraphrases the words,

``the inhabitants of the earth in the seven years of plenty gathered even into their treasuries:''

and this they did by the order and direction of Joseph as he passed through the land; what he bought of them they brought, and put into the granaries, as he directed them.

Genesis 41:47 In-Context

45 En Farao noemde Jozefs naam Zafnath Paaneah, en gaf hem Asnath, de dochter van Potifera, overste van On, tot een vrouw; en Jozef toog uit door het land van Egypte.

46 Jozef nu was dertig jaren oud, als hij stond voor het aangezicht van Farao, koning van Egypte; en Jozef ging uit van Farao's aangezicht, en hij toog door gans Egypteland.

47 En het land bracht voort, in de zeven jaren des overvloeds, bij handvollen.

48 En hij vergaderde alle spijze der zeven jaren, die in Egypteland was, en deed de spijze in de steden; de spijze van het veld van elke stad, hetwelk rondom haar was, deed hij daarbinnen.

49 Alzo bracht Jozef zeer veel koren bijeen, als het zand der zee, totdat men ophield te tellen: want daarvan was geen getal.