Genesis 42:5

5 Alzo kwamen Israels zonen om te kopen onder degenen, die daar kwamen; want de honger was in het land Kanaan.

Genesis 42:5 Meaning and Commentary

Genesis 42:5

And the sons of Israel came to buy [corn] among those that
came
Either among the Egyptians that came to buy, or among those who came from different countries, or rather particularly among the Canaanites, as the Targum of Jonathan; with these they might join upon the road, and go together in a body where the market for corn was: for the famine was in the land of Canaan:
which obliged the inhabitants of it as well as Jacob's family to seek for corn elsewhere, and confirms the sense of the preceding clause: this, though a very fruitful land, yet when God withheld a blessing from it, it became barren, as it had been before, ( Genesis 12:10 ) ( 26:1 ) , and was to try the faith of those good men to whom God had given it, and to wean their hearts from being set upon it, and to put them upon seeking a better country, as they did.

Genesis 42:5 In-Context

3 Toen togen Jozefs tien broederen af, om koren uit Egypte te kopen.

4 Doch Benjamin, Jozefs broeder, zond Jakob niet met zijn broederen; want hij zeide: Opdat hem niet misschien het verderf ontmoete!

5 Alzo kwamen Israels zonen om te kopen onder degenen, die daar kwamen; want de honger was in het land Kanaan.

6 Jozef nu was regent over dat land; hij verkocht aan al het volk des lands; en Jozefs broederen kwamen, en bogen zich voor hem, met de aangezichten ter aarde.

7 Als Jozef zijn broederen zag, zo kende hij hen; maar hij hield zich vreemd jegens hen, en sprak hard met hen, en zeide tot hen: Van waar komt gij? En zij zeiden: Uit het land Kanaan; om spijze te kopen.