Genesis 42:8

8 Jozef dan kende zijn broederen; maar zij kenden hem niet.

Genesis 42:8 Meaning and Commentary

Genesis 42:8

And Joseph knew his brethren, but they knew not him.
] It being about twenty two years since they saw him, and then he was young, and his beard not grown, as now it was; and besides, he was clothed as a prince, and spoke the Egyptian language; and being in such great grandeur and splendour, and in such power and authority, and having such a retinue attending him, they never once thought of him, whom they supposed might be dead, having never heard of him all this time; or, however, it could not come into their minds, that he whom they sold for a slave could ever be governor of the land of Egypt.

Genesis 42:8 In-Context

6 Jozef nu was regent over dat land; hij verkocht aan al het volk des lands; en Jozefs broederen kwamen, en bogen zich voor hem, met de aangezichten ter aarde.
7 Als Jozef zijn broederen zag, zo kende hij hen; maar hij hield zich vreemd jegens hen, en sprak hard met hen, en zeide tot hen: Van waar komt gij? En zij zeiden: Uit het land Kanaan; om spijze te kopen.
8 Jozef dan kende zijn broederen; maar zij kenden hem niet.
9 Toen gedacht Jozef aan de dromen, die hij van hen gedroomd had; en hij zeide tot hen: Gij zijt verspieders, gij zijt gekomen om te bezichtigen, waar het land bloot is.
10 En zij zeiden tot hem: Neen, mijn heer! maar uw knechten zijn gekomen, om spijze te kopen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.