Genesis 43:20

20 En zij zeiden: Och, mijn heer! wij waren in het begin gewisselijk afgekomen, om spijze te kopen.

Genesis 43:20 Meaning and Commentary

Genesis 43:20

And said, O sir
Or, "on me, my lord" F1, one said in the name of the rest, perhaps Judah, on me let the blame lie, if guilty of rudeness in making our address to thee; or as the Vulgate Latin version, "we pray, sir, that thou wouldest hear us"; and so Jarchi and Aben Ezra say the phrase is expressive of beseeching, entreating, and supplicating: we came indeed down at the first time to buy food;
not to spy the land but to buy corn, and not to get it by fraud or tricking but by paying for it the price that was required.


FOOTNOTES:

F1 (ynda yb) "in me Domine mi", Montanus.

Genesis 43:20 In-Context

18 Toen vreesden deze mannen, omdat zij in het huis van Jozef gebracht werden, en zeiden: Ter oorzake van het geld, dat in het begin in onze zakken wedergekeerd is, worden wij ingebracht, opdat hij ons overrompele en ons overvalle, en ons tot slaven neme, met onze ezelen.
19 Daarom naderden zij tot dien man, die over het huis van Jozef was, en zij spraken tot hem aan de deur van het huis.
20 En zij zeiden: Och, mijn heer! wij waren in het begin gewisselijk afgekomen, om spijze te kopen.
21 Het is nu geschied, als wij in de herberg gekomen waren, en wij onze zakken opendeden, zie, zo was ieders mans geld in den mond van zijn zak, ons geld in zijn gewicht; en wij hebben hetzelve wedergebracht in onze hand.
22 Wij hebben ook ander geld in onze hand afgebracht, om spijze te kopen; wij weten niet, wie ons geld in onze zakken gelegd heeft.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.