Genesis 43:29

29 En hij hief zijn ogen op, en zag Benjamin, zijn broeder, den zoon zijner moeder, en zeide: Is dit uw kleinste broeder, waarvan gij tot mij zeidet? Daarna zeide hij: Mijn zoon! God zij u genadig!

Genesis 43:29 Meaning and Commentary

Genesis 43:29

And he lifted up his eyes and saw his brother Benjamin
He had seen him before when his brethren first presented themselves to him, but then took no particular and special notice of him, only gave him a side look as it were, but now he looked wistly at him: his mother's son;
the son of Rachel his mother, and who was his only brother by his mother's side, the rest, though his brethren, yet only by his father's side, not his mother's sons: and said, [is] this your younger brother, of whom ye spake unto me?
he knew he was the same, but was willing to have it from their mouths, to lead on to what he had further to say: and he said;
after they had answered his question, and told him it was he: God be gracious unto thee, my son;
speaking as a superior, a governor, in which capacity he was a father to his inferiors; and as a man, a relation, a brother, though not as yet discovered; he spoke in the most tender and affectionate manner, and, as a religious good man, he wishes the best thing he could for his brother, the grace and goodness of God; and which may be understood in the largest and most expressive sense, as including all good things, temporal, spiritual, and eternal.

Genesis 43:29 In-Context

27 En hij vraagde hun naar hun welstand, en zeide: Is het wel met uw vader, den oude, waarvan gij zeidet? Leeft hij nog?
28 En zij zeiden: Het is wel met uw knecht, onzen vader, hij leeft nog; en zij neigden het hoofd en bogen zich neder.
29 En hij hief zijn ogen op, en zag Benjamin, zijn broeder, den zoon zijner moeder, en zeide: Is dit uw kleinste broeder, waarvan gij tot mij zeidet? Daarna zeide hij: Mijn zoon! God zij u genadig!
30 En Jozef haastte zich; want zijn ingewand ontstak jegens zijn broeder, en hij zocht te wenen; en hij ging in een kamer, en weende aldaar.
31 Daarna wies hij zijn aangezicht en kwam uit; en hij bedwong zichzelven, en zeide: Zet brood op.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.